doven (uitgaan)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

Bij de rest is het vuur gedoofd.

Hij draait de motor uit, de lichten doven.

Zijn ogen doven opnieuw.

De brand doofde uit zichzelf.

Baku is een kaars die opflakkerde en doofde.

Het licht dooft in ons deel van de wereld.

Daarmee dooft meteen elke hoop op vergeving.

Als de politie arriveert, is het vuur gedoofd.

Nog sneller dan zijn ster steeg, doofde hij weer.

Elke keer als een vlam doofde, dacht ik: waar is het licht gebleven?

De blusstof verdringt de zuurstof, waardoor de brand dooft.

Het lampje dooft als de flits is afgegeven.

En dat haar belangstelling voor het partijleiderschap is gedoofd.

De twinkel in zijn ogen doofde week na week.

Als in de concertzaal het licht dooft, begint de magie.

De zon dooft, er hangt een lage mist.

Een kaarsvlammetje dooft, het vertrek in duisternis hullend.

Na een paar jaar doven die prikkels in het brein en slaat de curve om.

De lampen boven de VS en de wereld zullen niet doven.

Het licht dooft als wij voor terrorisme zwichten.

Na 1967 dooft elke Antarctische belangstelling, België sluit zelfs zijn basis.

Een film die fraai dooft in berusting, zoals het leven zelf.

Camiel zit goed tot het lampje 'fasten seat belts' dooft.

Dat betekent niet dat de ambitie gedoofd is.

De lichten doven en het orkest zwelt aan.

subject

Wie of wat (...)?

substantief

brand

kaars

licht

ster

vlam

vuur

bepaling

Waar, wanneer, hoe, enz. (...) men?

adverbium

langzaam

snel

verbum auxiliare of groepsvormend verbum

Welk hulpwerkwoord of groepsvormend werkwoord wordt vaak gebruikt bij doven?

laten

lijken

zullen

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.